maandag 29 november 2010

In de eerste sneeuw


Kleine vlokken wolkenwit dwarrelden op ons neer. We gingen door de eerste sneeuw. De stad was wit en teer. De straatlantaarns flitsten aan. De huizen op het plein stonden majesteitelijk trots, élk, sneeuwpaleis te zijn. Éven waanden we ons kind, betoverd door de sneeuw. We liepen in een sprookjesstad. Ons vriendje was een meeuw.
Meeuw bekje open
Foto via Internet
Hij scheerde langs het water voor onze voeten neer en stapte trots en hongerig rond als een echte heer.  We kruimelden een koekje uit onze grote tas. Toen wisten we heel zeker weer dat dit geen sprookje was. We keken en we lachten. De meeuw vloog krijsend op. Het was zijn liefste dankjewel vanuit zijn diepste krop.

De sneeuw deed zachtjes verder. Wij tweetjes deden voort. De vogel was opnieuw op roof. Hij krijste ongehoord. We gingen in een winkel en kochten een nieuw boek. De sneeuw smolt van de jassen af. De frisheid maakte kloek. We schuifelden gelukkig richting de overkant. De sneeuw koosde zacht ons gezicht. We gingen hand in hand.

iv29november2010

maandag 22 november 2010

Laat jij je nieuwe liefde lopen?

Tja. Ik geloof dat er een nieuwe liefde in mijn leven is binnengeslopen. Ik weet het pás, sinds vanmorgen. Ze heet Quincy, als ze een ze is, dat weet ik niet. Mijn liefde is namelijk niet seksegericht, mijn liefhebben is wezengericht. Het gaat me om de uitstraling, de aantrekkingskracht, de charme en de lievigheid, al mag die laatste eigenschap gerust ietsje minder zijn, van wie ik tegenkom. Ik val niet gauw in een verliefdheid. Maar vanmorgen is het gebeurd. Ik zag en smolt weg met een brede glimlach van instemming en herkenning. Eerlijkheidshalve is dit een digitale verliefdheid, in het echt heb ik Quincy nog niet ontmoet. Bij leven en welzijn gaat dat er binnenkort van komen, dat heb ik mezelf én bazinnetje Ank beloofd. Zeg nou zelf: Je laat je nieuwe liefde toch niet lopen? 
Ik heb vrijpostig een foto van Quincy meegepikt via Anks weblog, dat vindt ze vast en zeker goed, en toon hier het beeld van mijn nieuwste idooltje. Kijk zelf maar of te snappen is wat er vanmorgen met mijn gemoed is gebeurd. Poesie mauw, kom maar gauw, ik heb lekkere melk voor jou...   

iv22november2010

zondag 14 november 2010

Ik heb Billy gemist

Tja. Ik heb dan wel vanmiddag mijn middagdut gehouden, wat me goed deed, maar één ding is érg. Ik heb Billy gemist. Hij was met zijn baasjes meegekomen naar Catharinahof en gezellig bij Frans op bezoek. Ik ben dol op Billy. Op zijn ranke snuitje, zijn pittige oogjes en zijn schitterend slanke tekkellijf. Hoewel Billy bejaard is, oogt hij opvallend jeugdig. Tja. Ik was naar huis gegaan en heb hem daarmee node moeten missen. Je kunt immers geen twee dingen tegelijk doen: op de bank liggen slapen én de kleine Billy zien. Wat is dat toch met die tekkels, dat ze mijn hart in hun etensbakje kunnen stoppen? O die tekkels toch!

Teckels_15
Dit is niet Billy, maar wel een animatie van een soortgenoot. Billy is spitser, zal ik maar zeggen, met meer zwart aan zijn tengere hondenlijf. Maar zeg eens eerlijk, daar smelt je toch van, van zo'n beestje? Ik wel.

iv14november2010

Mag het?

De zondagse lunch in Catharinahof was weer heerlijk, het croissantje bij de koffie van de zondagmorgen trouwens ook. De zondag is voor Boudewijn en mij. Vanmiddag krijgt hij echter bezoek, dus zette ik de koffie en de thee klaar en alle toebehoren en verdween naar huis.

Kop315
De ware reden van mijn vertrek was mijn loden moeheid en het gesuis in mijn oor. Ik wilde slapen en de wereld vergeten. Ik heb veel getorst in de laatste jaren. Ik ervaar de verwerking ervan maar ook het gemis aan voeding, gemoedelijke voeding via derden, bijvoorbeeld door de vreugde van het bijzijn van mijn kinderen. Het is voor de jonge mensen anders dan in onze tijd. Ze hebben geen tijd meer om sociaal bij hun oude moeder te gaan zitten koekeloeren, zeker niet als je, als ondernemende dochter, ver weg in Scanidnavië woont. Ik klaag niet, ik constateer. Er zijn families die aan elkaar hangen en families die van elkaar vervreemden. Daar kun je geen peil op trekken en je kunt je er ook niet aan spiegelen. Ik vind mijn weg ook zonder kroost.
Zondag14november ine en wolfskuil 018
 Zondagmorgen 14 november 2010
Vanmorgen kiekte ik mijn Wolfskuilse landgoed ter linkerzijde van de andere kant gezien: een deel van de flat en de Floraweg met de achterkant van het schooltje De Wolfjes. Een beetje volks aanzien, dat wel. Maar ik woon hier graag. Moeder komt haar tijd wel door. Ze heeft ook niets te klagen, ze is alleen maar chronisch moe. En af en toe een beetje mat. Mag het, op je oude dag?

Is getekend, Maatje O.

donderdag 11 november 2010

Uit oma's keukenkast geklapt

Het is momenteel een beetje voller dan anders in mijn keukentje. Ook de koelkast en de vriezer staan lichtelijk bol aan voorraad. Wat is er gebeurd? Ik had Albert. op dinsdag winterwortels mee laten brengen, uien en braadworst, gehakt, soepgroente, ook verse zuurkool, aardappels, rijst, vermicelli en bouillonblokjes.

Een jaar geleden had ik van dergelijke boodschappen zeker geen kond gedaan, maar nu wel. Sedert mijn rol van mantelzorger m.b.t. het ziekbed van mijn meest dierbare vriend heb ik mijn maaltijden laten bezorgen door Lekker Thuis, een prima oplossing in tijd van nood. Ik kookte in die slopende fase mijn kostje niet meer zelf wegens tijd- en energiegebrek. Het was niet meer op te brengen. Toen ik in januari ook nog brand kreeg door een schlemielig kaarsje en ik noodzakelijkerwijs een dikke maand elders heb gewoond omdat mijn huis tot in detail moest worden opgeknapt, was bij terugkeer de zin om eten te koken over.

Begin deze week kwam de kentering. De tomatensoep die ik nuttigde, was ronduit vies. Ik gruwde ervan. Het andijvieschoteltje smaakte moeizaam, de groente kwam me voor als pap met iets vaaglijks te gissen erin, de aardappels waren dof van smaak en het vlees was erbarmelijk droog, arme koe. Ook het visschoteltje op zaterdag had me tegengestaan, hoewel Lorita graag van de worteltjes op mijn bord kwam peuzelen. We zaten gezellig naast elkaar aan en op tafel ter warme maaltijd, maar het gerecht beviel me niet. Huh.

Een onverwacht moment op een heel ander tijdstip...

Ik dacht na. Waarom eet ik dit? Vroeger at ik altijd met smaak. Toen wist ik het weer. Ik eet dit omdat dát was gebeurd en nu lijd ik aan de gewenning. Maar daar is wél iets aan te doen. Ik werd met spoed wakker en dacht aan Albert., die op afroep via de pc alles netjes bij de mensen thuisbrengt.

Nu zit ik dus, behalve met mijn kookplannen, rijk te zijn met een voorraad etenswaar om van te smullen. Ik moet wel even aan het idee wennen zelf mijn kostje weer te gaan brouwen. Maar wat zal ik vrezen? De soep zal weer de soep van oma zelf zijn, de balletjes vers en handgevormd, de groente fris en smakelijk; en niet te vergeten: de ouderwetse vermicelli, mmm, op smaak te brengen met mosterdsaus. Ook niet te versmaden zullen de zuurkool en de wortelstamp zijn, want die smaken straks weer als vanouds. Met verse worst erbij, recht uit de braadpan. Dat wordt pas echt Lekker Thuis met het goudlabel Eigen Fabricaat. Zalig.

iv11nov2010  

zondag 7 november 2010

De dood en de regenboog

 

Een begrafenis in Amsterdam, feitelijk gewoon, want mensen gaan dood. Maar wie van buiten de stad toevallig op bezoek is en de stoet gadeslaat, boft. Hij is ooggetuige van de uitvaart van de deftigheid Harry Mulisch, befaamd Nederlands schrijver: de grootste, wordt van hem gezegd. Ook wordt gefluisterd dat de man trots was en eigenzinnig, een herenclub had met een piepkleine elite, dat hij van tekkels hield en van paarden en luisterde naar mooie muziek.  


Zijn kist wordt door de straat gedragen, het theater in. De mensen die van hem houden, gedenken hem groots. Zijn dochter Frieda huilt, zijn andere dochter staat krachtig op het podium en uit haar liefde voor haar vader met stem en klank, niet teder maar zeker.


Haar vader hield van zijn hondjes, huilde eens liggend op straat naast de kat die dood was neergevallen van het dak, huilde ook bij de paarden van Marrum toen ze werden gered door de vier meiden van stavast: 'Mooier dan Shakespeare,' had hij gezegd.


Iedereen van belang is aanwezig, zover je het kunt zien. Marcel van Dam noemt hem een standbeeld en speelt met woorden. Een Duitser vertelt dat Hitler een inspiratiebron voor hem moet zijn geweest om te kunnen schrijven, weer anderen vertellen wat zij van dichtbij hebben meegemaakt met de flamboyante mens. De dood van Mulisch strekt allen tot eer. En tot bekendheid ver in den lande.


Ik ben vandaag alleen, zoals bijna alle dagen. Ik zit en kijk en ben geraakt door de schoonheid die met de eenvoud van deze herdenking gewaarborgd is. Het scenario is volmaakt, integer en naturel. Het is het perfecte afscheid van een perfecte mens.


Als het me teveel wordt, zet ik de televie af. Ik ga lunchen. Met Lorita naast mijn bord, pikkend smullend van de worteltjes, kom ik tot rust in mijn gemoed. Dit vogeltje is mijn regelrechte vreugde en in vreugde zit altijd troost.


Frans is in de namiddag gekomen en we kijken naar het nieuws. Mijn mond valt open. Ik zie de boot met het lichaam van Mulisch door de gracht gaan en achter de boot staat aan de hoge hemel een heldere regenboog te pronken van jewelste. Zie je dat ook? Ja, Frans ziet het ook. 'Hij was een mythische mens,' zegt Frans.


Ik wil de indrukken verwerken. Niet nu. Later in de tijd. Mulisch heeft iets belangrijks in me losgemaakt, heeft me een bepaald vertrouwen teruggegeven dat ik had weggestopt, misschien wel uitgebannen. Alles wat geschiedt, heeft zijn nut en zijn doel. Dat is een van de mythes die ik staaf.


Door Frans heb ik in de loop der tijd de meeste grote schrijvers leren kennen, doorvorsen en waarderen, vooral in persoon. Daar heb ik vanmiddag het profijt van ondervonden. Mulisch was een adelborst in beschaving, wijsheid en medemenselijkheid.


Moge hij rusten in vrede, wellicht onder de grote regenboog die hem vandaag op zijn eindtocht sprankelend van vreugde heeft begeleid. Wie weet waarheen.

iv7november2010          

maandag 1 november 2010

Zo is het, voor iedereen

Daar zit je in de vroegte leeg achter de pc. Het uur is per wintertijd teruggedraaid en je moet wennen, ik wel. Het is maandagmorgen de 1ste november 2010. Het is herfst in het land en herfst in het gemoed. Een mens past zich aan. Mijn winterjas hangt aan de kapstok, mijn schoenen zijn verwisseld, mijn muts, mijn sjaal, mijn wanten liggen paraat te zijn. De kleding die je draagt, zal immers weer warm voor je zijn.

Ik kijk naar buiten. Het valt me op hoeveel drukker het straatbeeld in de herfst is, met meer verkeer dan in de zomer. Je hoort ook vaker de sirene van de ambulance loeien. Er wordt ook meer gestorven in de herfst. Misschien is het gewoon chic om in de herfst van de wereld weg te gaan. Zoals ook de schrijver Mulisch het deed op de verleden zaterdag van 30 oktober. Wie weet.
 Theepotten14Mijn ontbijt wordt een croissant met kaas. Ik sta op om thee te zetten, Lorita te verzorgen en mezelf. Wat de dag ons brengt, weet ik niet, maar ik probeer met goede moed de uren, die ik te beleven krijg, te versieren. Er is voldoende perspectief. Ik leef en alle oude zorgen zitten veilig opgeborgen in de jaren van voorbij. Ze werden overstegen door de tijd zelf.

Het is oogsttijd. En het wordt winter. Pax hominibus. Hier en nu. Het is kome wat komt. Zo is het, voor iedereen.

inev1nov2010