woensdag 30 november 2011

Een leuke overeenkomst

Boddevin had het in zijn jaszak zitten, een pakje sultana's. Die heeft hij voor de zekerheid altijd bij zich, voor als hij flauw wordt - of erger - vanwege de suiker. Toen we vanmiddag vanuit de landwinkel na de thee en de cappuccino gingen wandelen en even bij het paard met haar veulen stilstonden, kwam ze naar ons toe gestapt en hield haar lieve, weemoedige hoofd dicht bij de onze, alsof ze ergens om vroeg.

'Ik heb van die koekjes bij me, weet je wel,' zei hij, 'zou ze die mogen hebben?' 'Dat denk ik wel,' zei ik verrast, waarop hij het pakje sultana's tevoorschijn haalde. Voorzichtig streelde hij haar over haar zachte neus. Het was een gebaar van hem dat mij vertederde. Ik opende het pakje, brak de koekjes, legde de stukjes een voor een in de palm van mijn hand en voerde haar. Ze at en smakte erbij, alsof ze wilde zeggen: lekker hoor. Haar veulen deed niet mee met de snoeppartij, hij at van het magere novembergras en ging voor een schrale haffel zover mogelijk met zijn hoofdje onder de omheining door. Plotseling sprong hij weer richting zijn moeder en kwam nieuwsgierig even kijken wat er gaande was. De koekjes waren op. Één stukje viel en bleef achter op de grond. Maar geen paard dat het doorhad en ik was te stram om in het rulle zand met de anderhalve grasspriet te gaan bukken om het op te rapen.

We reden huiswaarts en ik vergat het voor ons bijzondere zandpad te nemen, dat was ik van plan geweest. Maar de route die we nu reden, was ook mooi, met het voordeel dat we meteen konden checken of de weg naar Nijmegen klaar was. Tot onze blijdschap en grote tevredenheid konden we inderdaad probleemloos doorrijden en we genoten van alle vernieuwingen en verbeteringen, vooral bij Alverna. Twee jaar lang was de weg richting Grave/Alverna/Nijmegen, vice versa, afgesloten geweest. Hoe blij kun je zijn als zo'n traject klaar is? Het voelde bijna alsof ik hoogstpersoonlijk iets nieuws had gekregen. En misschien kun je dat gerust ook zo stellen.

Thuisgekomen liet ik alle indrukken even bezinken. Ik rustte uit, nuttigde mijn avondboterham, zorgde voor Lorita, keek naar GTST en aansluitend naar de dramafilm 'De moordenaar was Alzheimer'. Een verharde uitgave van Flikken Gent. Hij duurde twee volle uren. Onderwijl heb ik enkele koekjes opgeknabbeld. Die hadden we gekocht op de boerderij waar we vanmiddag zijn geweest. Koekjes voor het paard uit de jaszak van Boddevin en koekjes voor mevrouw uit de landwinkel. Een leuke overeenkomst. Maar niemand heeft mijn neus gestreeld. Ik had er ook niet op gerekend.

maandag 28 november 2011

Het fragment met de peperbus

Vandaag liep het allemaal niet zo lekker. Of het aan de nieuwe maandag lag of aan alle snoepgoed dat ik had  verorberd in het weekend, ik weet het niet, maar ik had last van mijn maagstreek. Ik lag het liefst te liggen op de bank of op mijn bed. Ik wilde helemaal niets hoeven doen. Ik wilde slapen en kwiek wakker worden.

Dat is niet gebeurd. Het een noch het ander. Ik raapte landerig mijn moed bijeen en warmde de verrukkelijke soep op voor de lunch, maagpijn of niet, ik moest op tijd eten. Lorita had vandaag een vrije dag, ze was continu uit de kooi, ze stapte en zat dus waar ze wilde. Terwijl ik de soep opwarmde en bij het fornuis het proces ervan gadesloeg, hoorde ik achter me gerinkel, of iets dergelijks. Ik keek om en zag Lorita vechten met de peperbus.

Even heb ik de soep alleen gelaten, zij het op de laagste pit. Ik snelde naar het fototoestel om het incidentje vast te leggen. Want zulke momenten doen me goed. Die wil ik graag bewaren. Niet zozeer voor op mijn oude dag, dat hoeft niet meer, maar voor het nageslacht, voor later, voor ooit, voor wie weet wanneer.

 
 Hier pakt ze razendsnel het busje. Ze beweegt haar kopje te snel voor de duidelijke kiek. 

Hier lijkt ze braaf en oppassend, maar o wee, da's schone schijn!

En nu ga ik met de hoop dat ik vanavond alweer een stuk zal zijn hersteld naar de kamer. Ik zet dadelijk thee en neem even een hoofdkussen en een dekentje mee op de bank. Wij zullen ons vertroetelen, zei ik tegen mij. Zonder fantasie / komt een mens alleen er nie... Goedenavond iedereen!

vrijdag 25 november 2011

Graafse herinnering in beeld

Het zou jammer zijn als herinneringen aan extra mooie momenten in ons leven vervliegen. Dus zet ik de foto's hier neer van gistermiddag, toen we naar Grave zijn geweest. Ons lieve bezoek arriveerde mooi op tijd:  
 Ze hebben bloemen voor me meegebracht. Dank je wel, lieverds die jullie zijn.
 Intussen zet ik koffie en we hebben plezier. Je kunt hier alles lezen op http://ineminemaartje.50plusser.nl/.
Bloemen om te koesteren...
 Frans loopt met het gebruikte kopje naar de keuken:
 Hier zie je hem met het kopje in zijn hand.
 
 Louis lacht maar een keer naar het vogeltje, uh, naar mij omdat ik hem wil kieken.
 José & Frans wachten tot de bolide met chauffeur voorrijdt.
 Ik probeer met mijn linkerhand een zelfportret te maken. Nou moe.
En daar komt de 'grote bak', zoals ze deze prachtige wagen spottend noemen in de Tilburgse kring:
 Hoffelijkheid doet veel. Ik geniet ervan. Op de achtergrond staat het kiakoetsje geparkeerd.
 Stapt u maar in. De wandelstok gaat achterin, de heer van stand gaat voorin.
 Gisteren naar de kapper geweest. ook aan de achterkant.
 Een heel mooi shot van José, vind ik zelf.
 Achter het stuur en rijden maar. We gaan graag met je mee.
 Waar denk je aan, lief mens?
Frans, schuin vanachteren gezien. Maar waar was dit nou precies?
 Bij de koffie, wachten op de lunch.
 Louis staat mooi op de foto met als achtergrond een stukje van het interieur van De Gouden Leeuw.
 Een mooi beeld van nicht José, met een ernstige blik die ik herken...
 Op de Markt in Grave. We gaan lekker een eindje lopen en tegelijk winkelen.
 Er wordt grondig overleg gepleegd. Oei, het wordt nu wel kouder.
 Na de winkelwandeling nog even een kop koffie in De Leeuw. Samen even uitrusten, heerlijk.
 Frans heeft het naar zijn zin en dat maakt mij weer extra blij.
 Olijkerd.
 Genieten van de koffie in onze stamkroeg.
 Maar waar kijken ze nu naar?
Is dit een mijmering? Of ziet José iets gebeuren ergens in de hoek?
 Louis kijkt ook al die kant op.
 Nog een slokje. Het tasje met het aangekochte juweel en de bonbons naast de handtas op tafel.
 Ine doet ook mee. Zelfportret.
  
 De rozen en anthuria thuis in de patelen vaas. Als bekroning op een mooie dag met heel lieve mensen. Prachtig, hè?

dinsdag 15 november 2011

Toen was ik nog een kind

Vanaf mijn zonnige balkon zag ik vanmorgen de kinderen van de buurtschool op het plein spelen. Ze waren dartel, vrolijk, onbezorgd, zo kwam het beeld op me over. Ineens dacht ik bedrukt: wat moeten die kinderen nog veel doormaken, misschien nu al, maar zeker later in de tijd.



In hun onschuld van nu spelen ze het leven, doen ze grote mensen na, zijn ze vadertje en moedertje, maken ze een winkeltje, imiteren ze de dokter, zijn ze artiesten van formaat, zangers en dansers, een popidool, ja, wat verzinnen ze allemaal nog meer? In mijn jonge kindertijd, bijvoorbeeld, maakte ik op ons kantoor eigenhandig krantenberichtjes en stopte dan de papiertjes als echte nieuwsberichten in de brievenbussen van de huizen in de straat. Ach. Wat een onschuldige bezieling valt de jonge kinderen nog toe.

Bij het besef dat de adorabele novemberzon scheen, kwam tegelijk een lichte weemoed over me heen. Onschuld is maar tijdelijk, dacht ik. Puurheid duurt niet voort. Het kindschap zal, spelenderwijs of niet, eindigen en overgaan in zorgen, leren, werken, ontmoeten, lachen, huilen, onthouden en vergeten. De kinderen op het schoolplein zullen, allemaal, alle soorten zorgen die ooit bestonden en ooit zullen bestaan aan den lijve ondervinden, geen kind, geen mensenkind komt er onderuit. Het leven zal cirkelen zoals het altijd heeft gecirkeld. De cirkel van het individu zal halverwege de weg naar de volheid breken óf heel blijven, soms tot het laatste ogenblik toe. Maar: wat was, keert weer in de nieuwe generaties. L’histoire se répète. Zoals de wolken blijven voortgaan, zich voortdurend wringen in hun onvoorspelbare vormen en altijd dezelfde sferen blijven maken aan de hemel en op de grond, zo is het mensdom veroordeeld van generatie op generatie, door alle eeuwen heen, om dezelfde zorgen te ondergaan én op te lossen.

Over het plein zoemt de schoolbel. De kinderen snellen naar de deur, gaan duwend en grappend de school binnen; een enkeling draalt, schopt een steentje vooruit, doet anders, iets anders, maar niet veel. ‘Kom je nog? roept iemand, blijkbaar met gezag. Ik zie het dwarsliggertje gedwee achter de voordeur verdwijnen. Er wordt weer geleerd, alles wat wij ouderen al weten wordt hun opnieuw doorgegeven.

Ik ga naar Boddevin. We zullen vanmiddag ergens theedrinken, vermoedelijk in Kranenburg. Of in Beek. Er is nog keus, het is het een of het ander. Ik weet nog niet waar we terechtkomen. Verrassingen blijven bestaan. Voor het kind maar ook voor ons. Gelukkig wel. Anders zou de zwaarte van het leven niet te tillen zijn en zou de zon voor noppes schijnen. En dat is wonderwel dusdanig geregeld, dat ik er stil van word en blij tegelijk. Ja, veel is dubbel in het leven. Maar het blijft de moeite waard.

14 november 2011

zondag 6 november 2011

Met een boel liefs op zondag

Vanmorgen was het zover. Iets na elf uur arriveerde ik bij Boddevin. Hij was bezig aan de computer. Eerder was hij naar de viering geweest in de Rosakapel, een prachtige ambiance in marmer uitgevoerd. We dronken koffie na de begroeting, en Boddevin serveerde de slagroomsoesjes die hij gisteren was gaan kopen in de Coöp. Omdat de kaascroissants van de Coöp sinds vorige week niet meer smaken als voorheen, zijn we overgestapt op een andere lekkernij, vanmorgen smulden we dus van de soesjes. Heerlijk.

Er kwam een sms'je van Asha binnen, dat maakte me blij. Na de maaltijd maakten we een ommetje door de hof en we genoten van de tanende bloemen en het frisser wordende weer. Ik ben zo blij met de seizoenen. Het zal in ons landje nooit saai zijn, nooit eentonig, maar altijd wervelend, altijd boeiend, altijd anders.

Snoezige bloemetjes gezien in het tuintje van Agnes.

Een hortensia in de nabloei, onderweg gezien .

De hofvijver met het opmerkelijke eilandje, alles in novembersfeer.

Boddevin bij de achterdeur van zijn appartement. Zijn tuin staat volop in de herfstbloei.

Na de wandeling sliepen we een uurtje of wat, hij in de stoel, ik op de sofa. Iets na half drie konden we de tocht gaan ondernemen naar Langenboom, we hadden het zo gepland. Enige opwinding was aanwezig. We hadden de tuin nog niet gesmaakt in de latere herfst. Het viel niet tegen. Ook in november is het een genot om Bij De Dames op bezoek te gaan.



We hadden Hoe dan ook het boek meegenomen, uit hartelijkheid en tevredenheid. En omdat dit oord volop beschreven staat in dit prachtige dagboek van hem. Ik schreef een woordje in het gastenboek dat uitnodigend op tafel lag; ik schreef puur vanbinnen uit. Boddevin ondertekende het tekstje en vervolmaakte mijn woordje. Dat gebaar werd een plaatje van een plaatje... ik vind hem zo mooi als de mens die hij is.


Er werd later in de middag een hightea geserveerd aan dertien dames. Ze oogden gevarieerd qua uiterlijk. Was de een modieus gekleed, de ander was duidelijk niet op haar zondags. Dat geeft een bont beeld. Ergens vormt het geen geheel, maar ik kan niet precies duiden wat ik bedoel. Het is wel boeiend om het fenomeen kleding te bestuderen als je op afstand toekijkt. Wat hebben die dertien dames gedacht toen ze ieder voor zich hun highteatenue uitzochten? Wat wel feestelijk binnenkwam, waren de lekkernijen, alles was aantrekkelijk opgesmukt en op oogstrelende schalen geserveerd. Zoiets zet een mens aan het denken, mij wel. Ik bedoel: Met wie houden wij binnenkort een hightea? (Hemeltje, het lijkt Man Bijt Hond wel...)

De schrijver poseerde heel even lachend richting mijn toestel. Hij staat er patent op. Toen nam hij het toestel over en kiekte zijn metgezel. Dat heeft hij keurig gedaan, dank je wel.


We kregen bij ons vertrek huiswaarts verse noten van onze geliefde boom en stoofperen mee, alles dus uit de tuin van Bij De Dames. Verwennerij. Ik was er verlegen van. Een dezer dagen ga ik de peren stoven. De noten mogen nog een tijdje liggen, vers als ze zijn. Lorita heeft nu noten voor onderhand een halfjaar in voorraad. O zo. Het is een heerlijke zondag geweest. Ik heb weer goede moed opgedaan, broodnodig, want ik was de laatste tijd veel te passief, nogal down en uitgesproken moe. Ik wil graag nog een heel lange poos blijheid uitstralen, voor mijn kinderen en voor hém. Ja. Het leven met mijn lievelingen is de moeite waard. i.v.