Behalve dat ik een chronisch moe mens ben, die met moeite standhoudt en alles piano-aan moet doen om dat standhouden enigszins te laten gelukken, ben ik ook een blij mens, een dankbaar mens, dat laatste voorop gesteld. Het is waar. Ik ben geleidelijk aan een beetje oud geworden. Niet fris en fruitig oud, maar wel dovig, stram en vermoeid oud. Er zijn van die kwieke oudjes die met hun wandelschoenen aan als ferme jongelingen schijnbaar onvermoeibaar door het landschap gaan, stap stap stap. Zo'n oudje ben ik dus echt niet. Het ware mooi geweest als het wel zo was, maar het is niet zo. Ik doe het ermee, met de outfit en de infit die me is toebedeeld. Ik hoop er nog een stukje ouder mee te worden. Een heel stuk ouder. Krakkemikkig of niet.
Nee, de kwalen van de oude dag sparen me niet. Dat hoeft ook niet. Het is alleen een beetje aanpassen geblazen. Soms zelfs een beetje véél. De euvelen van de oude dag behoeven begrip van de omgeving. Van wie er met je gaat of met je is, dichtbij of veraf. Menslief, ik ben zo moe. En mijn hoofd zit vol watten en mijn oor suist en kraakt de hele dag en de hele nacht door. Ik probeer er niet naar te luisteren, maar hoe doe je dat? De ongesencureerde herrie maakt een mens nóg dover dan hij voorheen al was. 'n Raar fenomeen. Oorverdovend doof ben ik geworden van de onverstoorbare herrie in mijn evenwichtsorgaan. Wie het herkent mag het me vertellen. Het zou me tot troost kunnen zijn. Want dat werkt zo met de herkenning van de mindere dingen die je overkomen. Gedeelde vreugd is dubbele vreugd, maar gedeelde smart is halve smart. Ze zeggen het. Maar het klopt natuurlijk niet. Twee doven zijn twee doven en de herkenning van elkaar als doven maakt er middels de vreugde niet één dove van. Enfin.
Ik ga slapen. Morgen alweer zaterdag. Sneeuw, ijs en gladheid staan op het weerbericht te pronk als de grote kwelgeesten die het winnen van alles en elkeen. Winter is winter. En moe is moe. Ik bedoel: moe is moe. Moe is zelfs lijdzaam moe. Ik bedoel de moe van aap, noot, Mies. Dus: goedenacht. Ondanks de euvelen van het lijf was de vrijdag mooi en uitermate liefdevol. Wat wil je nog meer, jij moe? Ja natuurlijk, slapen! De hele nacht lang. Als dat zou kunnen. En dan ook nog morgen fit zijn. Ik droom ervan, vannacht.
iv4dec2010 1.28 uur. Foto: Ine in Grave 3 december 2010
Nee, de kwalen van de oude dag sparen me niet. Dat hoeft ook niet. Het is alleen een beetje aanpassen geblazen. Soms zelfs een beetje véél. De euvelen van de oude dag behoeven begrip van de omgeving. Van wie er met je gaat of met je is, dichtbij of veraf. Menslief, ik ben zo moe. En mijn hoofd zit vol watten en mijn oor suist en kraakt de hele dag en de hele nacht door. Ik probeer er niet naar te luisteren, maar hoe doe je dat? De ongesencureerde herrie maakt een mens nóg dover dan hij voorheen al was. 'n Raar fenomeen. Oorverdovend doof ben ik geworden van de onverstoorbare herrie in mijn evenwichtsorgaan. Wie het herkent mag het me vertellen. Het zou me tot troost kunnen zijn. Want dat werkt zo met de herkenning van de mindere dingen die je overkomen. Gedeelde vreugd is dubbele vreugd, maar gedeelde smart is halve smart. Ze zeggen het. Maar het klopt natuurlijk niet. Twee doven zijn twee doven en de herkenning van elkaar als doven maakt er middels de vreugde niet één dove van. Enfin.
Ik ga slapen. Morgen alweer zaterdag. Sneeuw, ijs en gladheid staan op het weerbericht te pronk als de grote kwelgeesten die het winnen van alles en elkeen. Winter is winter. En moe is moe. Ik bedoel: moe is moe. Moe is zelfs lijdzaam moe. Ik bedoel de moe van aap, noot, Mies. Dus: goedenacht. Ondanks de euvelen van het lijf was de vrijdag mooi en uitermate liefdevol. Wat wil je nog meer, jij moe? Ja natuurlijk, slapen! De hele nacht lang. Als dat zou kunnen. En dan ook nog morgen fit zijn. Ik droom ervan, vannacht.
iv4dec2010 1.28 uur. Foto: Ine in Grave 3 december 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten