woensdag 27 oktober 2010

De nieuwe kleren van de schrijver

We hebben vandaag hoog bezoek ontvangen, van zuster Birgit. Als zij ons een bezoek brengt, of wij zijn bij haar, dan is het altijd feest, maar ook ervaren we met haar een ingetogenheid van formaat. Ik vind het heerlijk naar haar te luisteren. Ze vertelt beeldend en nooit onzin, is geestig en pienter; ze voedt haar hoorders, mij zeker wel. Ik denk graag aan haar terug.

Na de lunch van Frans, met een kop warme soep voor mij, vertrokken we huiswaarts, dat dacht Frans tenminste. Via de Rosabrievenbus reed ik direct door naar modehuis De Haas. We hadden er een gezellig uurtje terwijl we overhemden kochten, een pet, een spencer en drie paar kwaliteitssokken. We dronken intussen koffie van de zaak, geserveerd door mijnheer zelf. Voldaan gingen we huiswaarts, sliepen een middagdut en hielden onze high tea. Toen gingen we de kleren uitpakken, passen en ze aan den lijve beoordelen. Het bracht vreugde en tevredenheid. Morgen is Asha jarig. Wat zal hij mooi zijn.

Het regent, het is herfst ten top. Maar met een lieve mens aan je zijde kun je de onstuimigheid van een warrig weertype wel aan. De dag is nog gaande, tot nu toe was het fijn. De nieuwe kleren geven blijheid, wellicht omdat ze een nieuw begin zijn van een nieuwe fase die op een of andere manier een nieuwe belofte inhoudt; zoiets dan. Misschien ook omdat ze de mens, die ze draagt, vernieuwen: van aanzien, van uiterlijk, misschien zelfs van gemoed. Oude kleren uittrekken en nieuwe kleren aantrekken heeft iets symbolisch: De oude mens wordt afgelegd, de nieuwe mens staat op.


Ik vind het mooi. Het ís ook mooi. Kleren kopen is geen ijdelheid maar noodzaak. Kleren kopen houdt een mens gaande en staande. Hij telt mee. Hij heeft die kleren nodig om onder de mensen te kunnen komen, om met hen te kunnen zijn. Het is zoals de parabel het vertelt over de schooier die zich niet had gekleed voor de bruiloft en werd buitengeworpen door de woedende gastheer omdat hij met zijn onverzorgdheid expliciet hém geen respect had getoond. Een terechtwijzing van jewelste, van de gastheer, maar een die wél klopt. De kleren die je draagt, zijn namelijk het respect voor jezelf, maar ook voor de ander. Kleren maken de man. En de vrouw. Ik wil maar zeggen. Niet enkel je innerlijk behoort opgepoetst te zijn. Het een is gerelateerd aan het ander. Een nadenkertje, misschien?

iv27oktober2010 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten