dinsdag 11 oktober 2011

De kop van Jan

Vandaag dook in mijn archief om de gebeurtenissen te vergelijken van de ene 12 oktober met de andere. Ik bleef steken bij 2006. Oeps, dit is het, dacht ik, een memorabele ervaring die best opgehaald mag worden omdat deze een mens van goud betreft, een troost voor wanhopigen, voor studenten vooral, ook voor hoeren, dieven en andere ontspoorden, kortom, voor hoe dan ook stukgelopen mensen. Jan van Kilsdonk s.j. Ik zie hem nog staan, oud en broos, met een kaarsje in zijn hand bij de foto's van gestorven aidslijders, het was in de Beurs van Berlage, ergens in de jaren '90. We herinnerden ons samen hardop de namen. Later liepen we met een paar honderd man naar de Dam en lieten witte balonnen ten hemel varen. Onvergetelijk. En hij was erbij.    


Frans bekijkt het onderschrift: 25 oktober 2011

De kop van Jan
12.10.2006. Het was gisteren maar een schrale gewaarwording op het Van Kilsdonkplein in  Zeeland. We waren benieuwd erheen gereden, we wilden daar die kleine, grote mens Jan van Kilsdonk eren op onze eigen wijze. We wisten via de media dat er een bronzen borstbeeld van hem stond, het was pas onthuld. Er waren nogal wat notabelen op de been geweest en zelfs Huub Oosterhuis was van de partij, lazen we. In het bisdom Den Bosch had de hogere geestelijkheid geprotesteerd tegen de onhulling van ‘de kop van Jan’, het vermeende borstbeeld zou te hoog gegrepen zijn voor de kleine pater jezuiet, het zou te veel eer voor hem zijn. Och, hoge geestelijken denken en doen óók in partjes en treden, het zijn soms net mensen zónder wijding.

25 oktober 2011

Maar er viel niets verhevens voor de pater te bespeuren: in het groene grasveld stond een vierkante, grauwe paal met daarop de in brons gegoten afbeelding van het hoofd van onze geliefde jezuïet. Het viel me bar tegen. Wat jammer nou toch. Ik was ontdaan, niet ontroerd, toen ik deze schone mens van grote waarde daar zo iel en kwetsbaar (hij is haast een kopje kleiner gemaakt te noemen) op die totempaal in het Brabantse grasveld zag afgebeeld. Alsof er de moedwil van de beeldhouwer zelf achter heeft gezeten. Alsof hij deze grote mensenziel bewust klein heeft willen houden. Van Kilsdonk ís klein van postuur, dat klopt, maar zijn lieve hoofd zo afgekort neergezet op dat eveneens afgekorte paaltje? Met de bril veel te groot, te zwaar, niet kloppend, ook dat nog. Brons of niet, het kon niet grover en niet nietiger tegelijk. En de verkozen plek was saai, leeg, raar zelfs. Ik was beduusd. Of schiet mijn kunstgevoel voor beeldhouwen en bronsgieten tekort? Ik geloof het niet. Wat mooi is, moet je mooi houden. En deze mens is mooi, mooi in zijn karakter, mooi in zijn uitstraling, ja, de frêle Van Kilsdonk is ontroerend mooi in zijn unieke wezen. Het beeld dat men van hem boetseerde, is dat niet. Het stond daar onzeker, een beetje verloren in de ruimte van het grasveld, maar misschien is dat juist de symboliek van het mensenlot: verloren staan in een grasveld. De boom der beschutting stond verhoudingsgewijs ver weg, met zijn takken dun omhoog geheven, de bladeren druk opwaarts zwaaiend naar de verre God. Ik vond het allemaal niet mooi genoeg, niet artistiek genoeg, geen eer genoeg. We zijn daarom zelf naar het dorpje Zeeland gereden op 25 oktober 2011 om foto's te maken van 'de Kils'. 


Frans Boddeke CSsR en zijn eerbetoon aan Jan van Kilsdonk S.J. op 25.10.2011

 Dat heet dus een borstbeeld. Alleen Jans goede, oude hoofd is vereeuwigd daar in zijn geboortedorp Zeeland, en dat steunpilaartje voor zijn kleine koppie mag dan van beton zijn of van marmer of van graniet, het kan allemaal best, maar eerlijk is eerlijk, écht geweldig is het monumentje niet. Een gemiste kans voor kunstminnend Zeeland. Het jaloerse bisdom kan gerust zijn, het beeld van de kleine grote pater is klein gehouden. Maar het zal, klein en wel, niet kunnen verhinderen dat men hem liefheeft. In het hele land. Wie kent en eert hem in zijn grote eenvoud niet? Wiens hart heeft hij niet aangeraakt?

Op bezoek in Zeeland 25.10.2011

Zo zijn de mensen die van God getuigen: stille aanwezigen onder de mensen, troostend en helend, zonder omhaal en kordaat. Misschien is dát de diepe betekenis wel van dat eenzame, kleine beeld op die ruime, grote grond in Zeeland? We hebben daar in de middag ons brood opgegeten, mediterend op het bankje naast de afvalbak. Ik keek Van Kilsdonk vragend aan, probeerde het tenminste. Leven er daar, in zijn degelijke geboortedorp, óók van die armzalige zwervers, misschien? De afvalbak was schoon en leeg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten